Geloof laat zich lastig in percentages vangen

Graag deel ik het onderstaande artikel, hoofdartikel van het Friesch Dagblad, met u. Het is een hoopgevend artikel over de waarde van de kerk, met verrassende inzichten die het getreur over ontkerkelijking relativeren en een nieuw uitzicht bieden. Hoop voor donkeren dagen! Marco Luijk

Door Ria Kraa (Friesch Dagblad 19 december 2020)

God is voor veel mensen in Nederland niet zo’n issue. Bijna de helft van de bevolking houdt het op vermoedens: ik weet het niet, ik twijfel, ik geloof soms wel en soms niet, ik geloof wel maar weifel ook, er is vast wel een of andere hogere macht maar niet een god die zich persoonlijk met mensen bezighoudt.

Het CBS zette de cijfers en percentages op een rij en constateerde dat een derde er zeker van zegt te zijn dat er geen god is. Een kwart slechts zegt vast te geloven in een God.
Het is de voortzetting van een intussen bekende trend: ieder jaar opnieuw slinkt het aantal gelovigen, kerkleden en kerkgangers weer een stukje. In 2017 was het aantal mensen dat zichzelf rekende tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering gezakt tot onder de 50 procent. Het werd een omslagpunt genoemd.

Zal 2020 opnieuw een markeringsjaar blijken te zijn? Vaak wordt nu al voorspeld dat de twee lockdowns en de begrensde toegang tot kerkdiensten de secularisatie zal versnellen. Mensen zullen zo gewend zijn geraakt aan thuisblijven op zondag dat straks, als de seinen weer op groen staan, velen zullen wegblijven uit de kerk.

Veel kerkgemeenschappen zijn ook sociale verbanden; niet alleen de eredienst maar ook de ontmoeting wordt gemist

Ook buiten de kerk om worden er wel voorspellingen gedaan van blijvende gedragsverandering. Maar dat valt te bezien. Zo makkelijk is dat niet. Kijk naar de massa’s winkelend publiek vorig weekend, kijk naar de winkels die na de persconferentie van maandagavond naarstig de grenzen van het toelaatbare opzochten, gericht op maximale verkoop. Het is niet eenvoudig uit de diepe sporen te treden die het ‘oude normaal’ heeft ingeslepen.

Velen zullen daarom denkelijk ook de weg naar de kerk wel terugvinden. Veel kerkgemeenschappen zijn ook sociale verbanden; niet alleen de eredienst maar ook de ontmoeting wordt gemist. Hoopvol wordt zelfs verwacht dat gemeenteleden zich dit jaar scherper bewust zijn geworden van de waarde van kerkdiensten, gespreksgroepen en andere activiteiten.

En tegelijk zullen de inderhaast opgedane vaardigheden met internet en streaming mogelijk blijvende winst opleveren. Mensen voor wie de kerkdeuren een te hoge drempel zijn, of die door ziekte of geringe mobiliteit niet meer naar binnen kunnen, genieten nu makkelijk mee. Internetdiensten hebben de ramen en deuren van de kerk wijder open gezet.

In 1960 was nog ruim tachtig procent van de bevolking katholiek of protestant. Nu, anno 2019, zegt de meerderheid (54 procent) van de Nederlanders niet meer te behoren tot een kerk of een religieuze groepering. Bijna een op de vijf is atheïst. https://t.co/HcmEmfb4oh— Friesch Dagblad (@frieschdagblad) December 18, 2020

Dat dit meer mensen tot geloof zal brengen, of zelfs maar de ontkerkelijking zal afremmen, is niet waarschijnlijk. Maar als kerken zich weten te ontwikkelen tot meer toegankelijke, interactieve platforms, wordt wellicht wel zichtbaarder wat hun gemeenschappen doen en betekenen. Onlangs berekende het Verwey-Jonker Instituut dat alleen al in Rotterdam de kerken en moskeeën zoveel hulp boden bij armoede, zorg en eenzaamheid, dat het 200 miljoen zou kosten als professionals het zouden doen.

Dat was voor velen een verrassend inzicht. Het laat ook de eenzijdigheid zien van cijfers over hoe mensen formuleren wat God in theologisch opzicht precies wel of niet voor hen betekent. De inzet van kerkgemeenschappen en hun betrokkenheid op de radicale boodschap van Jezus blijven er niet minder om.