We dragen eraan bij dat gemeenten verder kunnen

“Als classis stimuleren wij dat gemeenten elkaar opzoeken“

Zorgen over de toekomst van de gemeente, vragen bij het kunnen beroepen van een predikant … Steeds meer plaatselijke gemeenten beginnen de classis te ontdekken als vraagbaak en ondersteuner bij problemen. Classisvoorzitters Arie Haasnoot en Henk van Dijk over nut en noodzaak van de classes.  “We willen graag van elke gemeente een beeld hebben hoe het er reilt en zeilt”, legt Arie Haasnoot, voorzitter van de classis Noord-Brabant/Limburg en de Réunion Wallonne met 130 gemeenten, uit. “Of kerkenraden goed kunnen functioneren bijvoorbeeld. Vooral bij kleine gemeenten met weinig ambtsdragers is dat een aandachtspunt. Als classis kunnen we hen helpen, bijvoorbeeld door tijdelijk extra kerkenraadsleden uit andere gemeenten te vragen. We dragen eraan bij dat gemeenten verder kunnen.” Dat toezien op het welzijn van de geloofsgemeenschap is dan ook een van de hoofdtaken van de classes.

Samenhang bevorderen

Signalen over vragen en problemen in gemeenten komen vaak voort uit de gemeentebezoeken die de classispredikant aflegt. Het laatste jaar trekken echter steeds meer gemeenten zelf aan de bel bij vragen en problemen, is de ervaring van Haasnoot. “In het zuiden van het land staan sommige kleine gemeenten op omvallen. Ze weten steeds beter dat ze bij de classis terechtkunnen voor advies en ondersteuning.”

In de classis Groningen/Drenthe kennen nog lang niet alle gemeenten deze route, meldt voorzitter Henk van Dijk. “Ik merk dat de kerkorde en alles wat daarmee samenhangt voor veel gemeenten ver van hun bed is. In gesprekken met kerkenraden laat ik weten dat het gaat om spelregels die het onderlinge verkeer goed laten verlopen, en dat alle gemeenten organisatorisch dezelfde uitgangspunten hebben. Dat geeft samenhang, je bent niet kerk in je eentje. De classis heeft als belangrijkste functie om die samenhang tussen alle geïsoleerde gemeenten te bevorderen, en te hulp te schieten bij vragen of problemen. Die boodschap komt wel aan bij kerkenraden.”

Samenwerking tussen gemeenten

Nu gemeenten kleiner worden en zelfstandig voortbestaan niet altijd vanzelfsprekend is, stimuleren de classes het contact met buurgemeenten voor eventuele samenwerking. Het geeft ademruimte als gemeenten niet alleen naar zichzelf kijken maar ook naar buurgemeenten, weet Van Dijk. “Andere gemeenten hebben vaak dezelfde problematiek. Wat kun je samen doen? Als eenmaal de stap genomen is om elkaar op te zoeken, is dat vaak de aanzet tot meer. De coronatijd heeft het contact bevorderd. Soms ging een gemeente het gesprek met een buurgemeente uit de weg uit angst erdoor ‘opgegeten’ te worden, nu werd apparatuur gedeeld om kerkdiensten uit te kunnen zenden. Als het contact eenmaal gelegd is en men kent elkaar een beetje, kan dat het begin zijn van meer samenwerking.”

Bij het contact met buurgemeenten hebben de ‘ringen’ een grote rol, weet Haasnoot. De ringen zijn in feite de voormalige 74 classes waartoe gemeenten behoren die echt bij elkaar in de buurt liggen. Alle gemeenten worden geacht lid van een ring te zijn. “Er worden actuele thema’s besproken, maar de wandelganggesprekken zijn minstens zo belangrijk. Zo weet je wat er in andere gemeenten in jouw omgeving speelt. Het bevordert dat gemeenten zelf de samenwerking zoeken.”

Zoeken naar oplossingen Praten met kerkenraden, en met hen zoeken naar oplossingen voor problemen, binnen de spelregels van de kerk. Zo vatten de beide classisvoorzitters hun werk samen. Van Dijk: “Uitgangspunt is altijd: ga eerst met elkaar aan tafel en bespreek wat jullie als kerkenraad met elkaar willen, en waarom. Er kan veel meer dan je denkt. De classis kan vervolgens helpen een weg te vinden naar een oplossing.”

Meer informatie over de classes en de classispredikanten vindt u op: protestantsekerk.nl/classis.

Uit Woord&Weg van februari 2021
Tekst: Janet van Dijk Beeld: Sandra Haverman

lees het blad via: https://www.protestantsekerk.nl/download25344/woord&weg%20februari%202021.pdf